De rechter in Den Haag heeft op 30 juli een verzoek van een andere branchevereniging, de VVNL, afgewezen. Die had de rechtbank – in kort geding – als wanhoopsdaad gevraagd te oordelen over een vermeende onrechtmatige daad, de afwijzing van het Ministerie van Sociale Zaken om hen de mogelijkheid te geven een eigen cao te mogen toepassen op de gehele sector. Ook de Nederlandse Veiligheidsbranche en de vakbonden FNV, CNV en De Unie werd een onrechtmatige daad verweten al werd tijdens het kort geding totaal niet duidelijk welke dan.
Met de afwijzing van het verzoek wordt opnieuw duidelijk dat de Cao Particuliere Beveiliging (Cao PB, de cao van de Nederlandse Veiligheidsbranche met FNV, CNV en De Unie) de enig geldende en leidende cao in de sector is.
Ook maakte de rechter korte metten met de onterechte beschuldiging door VVNL van een – niet onderbouwde – onrechtmatige daad jegens De Nederlandse Veiligheidsbranche. De rechter onderkent dat er een einde moet komen aan kansloze pogingen van VVNL om zich te onttrekken aan wat voor iedereen duidelijk is namelijk dat de cao PB voor alle bedrijven in de sector geldt.
De Nederlandse Veiligheidsbranche is blij met deze bevestiging voor de ‘eigen’ cao. ‘Dit oordeel geeft opnieuw duidelijkheid: de Cao PB is en blijft de maatstaf voor goede arbeidsvoorwaarden in onze sector. We kunnen ons nu eindelijk echt gaan richten op de toekomst van het vak,’ stelt voorzitter Ard van der Steur.
De uitspraak sluit aan bij eerdere gerechtelijke uitspraken waarin de bezwaren van VVNL ook al werden verworpen. Het voortbestaan van één cao voor de gehele branche is volgens de Nederlandse Veiligheidsbranche cruciaal om concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen en de verdere professionalisering van het beveiligingsvak te bevorderen.
