Minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid voorziet een groei van de samenwerking tussen politie en de private (beveiligings)sector. Dat blijkt uit een beleidsdocument en een begeleidende brief die zij afgelopen week stuurde aan de Tweede Kamer. De Nederlandse Veiligheidsbranche reageert instemmend.
In het beleidsdocument (de zogenoemde ‘white paper politiefunctie’) gaat de minister in op de vraag hoe de politie de veiligheid in de samenleving kan garanderen gezien de enorme uitdagingen waarvoor de overheid en haar ambtelijke apparaat – de politie – staat. ‘De maatschappij verwacht en vraagt namelijk steeds meer van de overheid als het gaat om het borgen van veiligheid. De maatschappelijke vraag naar veiligheid is in zijn dynamiek haast onbegrensd. Onder andere omdat de dreiging voor veiligheid de landsgrenzen overstijgt nu criminaliteit in toenemende mate een internationale component heeft. Dit hangt mede samen met het sterk open karakter van de Nederlandse economie, de uitstekende (e-)infrastructuur en ook de technologische ontwikkelingen’, schrijft de minister.
De conclusie van de minister is dat de politie steeds meer moet samenwerken met particuliere bedrijven om haar functie goed te kunnen uitvoeren. Zij gaat die beleidslijn de komende jaren omzetten in concrete maatregelen.
De Nederlandse Veiligheidsbranche reageert instemmend op de beleidslijn van de minister. De particuliere sector werkt al lang samen met de politie en vult de politie meestal uitstekend aan. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van veiligheid is het zeer wenselijk dat de samenwerking wordt geïntensiveerd. Daarbij helpt dat het denken over het uitvoeren van taken binnen de politiefunctie steeds verder moderniseert. Dat de politie niet alles zelf moet doen, is onderhand duidelijk. Daarom zijn private beveiligers betrokken bij het aanhouden en opbrengen van winkeldieven, bij de ordehandhaving bij evenementen en nemen ze drugs in beslag.
Kritisch is de Nederlandse Veiligheidsbranche wel op het tempo waarin dit denken in de praktijk wordt gebracht. Dat mag best wat sneller, vindt de bedrijfstakvereniging.