Wintertijd blijkt een piekperiode voor inbrekers, vooral in de avonduren tussen 18.00 en 22.00 uur, aldus cijfers van Interpolis en de politie. In de wintermaanden stijgt het aantal inbraken met 25 procent vergeleken met de zomer. In de zomertijd wordt er gemiddeld 57 keer per dag ingebroken, terwijl dit in de wintermaanden oploopt tot 72 keer per dag. De start van de wintertijd dit weekend en de vroege zonsondergang vergroten de gelegenheid voor inbrekers aanzienlijk.
Ondanks deze toename tijdens de donkere maanden, schatten veel Nederlanders de kans op inbraak niet hoger in dan in de zomer. Slechts een derde van de mensen neemt extra maatregelen, zoals het controleren van deuren en ramen. Nog minder, vooral mannen, laten de buren weten wanneer ze tijdens de feestdagen afwezig zijn. Uit cijfers van Interpolis blijkt dat slechts één op de zeven mannen zijn buren informeert als hij op pad gaat, tegenover één op de drie vrouwen.
In de Randstad blijft het inbraakrisico redelijk stabiel tijdens de winter, maar in landelijke gebieden, zoals Drenthe, Twente en de Achterhoek, is er in de winter vaak een duidelijke toename in het aantal inbraken. Over de afgelopen tien jaar zijn vooral in Zuid-Limburg regelmatig uitschieters te zien.
Om inbrekers toch buiten de deur te houden, raadt Sybren van der Velden Walda van de Nationale Politie een paar eenvoudige maatregelen aan. Beveiligingslichten met bewegingssensoren, lampen met tijdschakelaars en het opgeruimd houden van de tuin verkleinen de kans op inbraak aanzienlijk. Vooral tuingereedschap en ladders die in het zicht liggen, kunnen inbrekers juist helpen bij hun inbraakplannen.